De laatste ridder ging het bos in. Hij ging nadenken om de koningin te redden nog een keer. Toen had hij een idee! Hij ging een heleboel mensen trainen die meehelpen om de koningin te redden. Hij ging naar wat mensen op zoek die getraind willen als een echte ridder. Toen had hij 16 mensen gevonden die dat willen. Toen ging hij ze trainen. 9 minuten later: toen waren de 16 ridders getraind. Toen vroeg hij aan de smid van de koning of hij zwaarden en schilden wilde maken voor de 16 nieuwe ridders. De ijzersmid zei: ja. Toen ging hij ze trainen hoe ze in formatie lopen: een driehoek. Een vierkant. Cirkel. En een rechthoek. 16 minuten later: toen hadden ze getraind om de vormen die ze moesten leren te gebruiken. Toen ging hij het kasteel zoeken en aanvallen. 15 minuten later: iedereen was dood, de slechteriken, en de 16 nieuwe ridders ook. De enigste ridder die er was, de baas van alle ridders, heeft de koningin gered en hij was zelf bijna dood gegaan. Toen ging hij naar de koning, koning Jasper, en toen zei koning Jasper: wat doe je hier nou? Ik heb de koningin gered, zei de laatste ridder. Toen zei koning Jasper: heb je m'n schat gered? Ja, zei de laatste ridder. En hij kijkt heel blij. Toen ging de koning naar de koningin toe. Koning Jasper zegt: gaat het met je, schat? De koningin zegt: ja, maar ze hebben mijn jurk een beetje stuk gemaakt. Toen zei koning Jasper: o, echt? Ja, zegt de koningin.
Dit is het einde van het verhaal. Bijna... er komen nog maar 10 stukken.
Dit is het volgende woord uit het volgende stuk uit de volgende krant: De dappere val van Jasper: deel 3 kom je dit woord tegen:
En de koning zei: ik ga je altijd geloven, zegt koning Jasper. En de laatste ridder zei: oké.