De rovers konden het dit jaar weer niet laten en vroegen opnieuw een ietwat sinister sujet en autobestuurder (zie. Marijn Baars) om hen te droppen op onbepaalde locatie en afstand. Een scenario zoals voorgaand jaar zou zich makkelijk kunnen herhalen. (we hebben het hier over een nachtelijke tocht van 17 kilometer waarin pas om vier uur ‘s ochtends pas het kampterrein werd bereikt.) Maar niets van dit. Nee, de tocht begon al om tien uur ‘s ochtends en dankzij de drukke agenda van Marijn kon hij zich niet langer dan 30 minuten op de weg begeven en was de afstand erg te overzien. We zijn op dit moment met slechts vier rovers en besloten tot een wedstrijd tussen de twee heren en dames met als inzet koken en afwassen. Om de beurt werden we gedropt. De jongens eerst (Mario en Bram), daarna wij (Jasmijn en Sietske.) Na het verlaten van de ‘veilige’ auto wisten we maar éen ding zeker. Waar we ons precies bevonden was onduidelijk, maar het was niet ons oude vertrouwde Nederland. We waren aangekomen bij onze Deutsche Nachbarn. Het was de bedoeling dat Jasmijn Mario zou bellen om tegelijk te kunnen starten maar helaas werkt haar telefoon niet in het buitenland. Toen we dat probleem eenmaal met een leentelefoon hadden opgelost besloten we vlak daarna gelijk maar van een oude McDonalds-zak een bord met opschrift ‘Enschede’ te maken om te liften. We lieten ons afschrikken door de luttele 11 kilometer en gingen hoopvol langs de weg staan. Na enige tijd kwamen daar natuurlijk Bram en Mario aangelopen precies op het moment dat iemand ons toch wel alle vier mee wilde nemen. We bedankten vriendelijk en werden tot vlakbij Losser gebracht waar we ondanks deze grote skip toch nog een mooie ochtendwandeling en een ijsje hadden. Tot zo ver de Rovers.
- Uw hoofdredacteur